Hoe de jacht op Allah een moslimmeisje naar Jezus leidde

“Jezus antwoordde: ‘Ik ben de weg en de waarheid en het leven. Niemand komt tot de Vader dan door mij.’ “ Johannes 14:6

Gedwongen tot kindhuwelijk

Meesha (niet haar echte naam), geboren en getogen in een toegewijde moslimfamilie, wordt op 13-jarige leeftijd gedwongen om te trouwen. Haar man is achter in de tienerleeftijd. Ze vertelt over de verwoestende ervaring en het trauma dat ze in die jaren heeft opgelopen. Tegen de tijd dat ze 20 is, heeft ze drie kinderen.

Meesha behoort tot een van de etnische minderheden in Iran en haar volk heeft gestreden voor vrijheid en politieke onafhankelijkheid. Tegen de tijd dat ze 23 is, heeft de regering haar vader vermoord, daarna haar broer en uiteindelijk haar man – allemaal vanwege hun politieke opvattingen. Ze blijft achter als alleenstaande moeder op haar 23e met drie jonge kinderen.

Niet lang daarna wordt Iran getroffen door een aardbeving en komen nog eens vijftien familieleden om het leven. Vooral het verdriet van het verlies van haar vader weegt zwaar op haar. Meesha vergroot haar toewijding aan Allah. Ze begint de Koran met steeds meer verve te lezen. Misschien was het haar zonde die haar in deze situatie had gebracht? Misschien als ze meer zou bidden en meer toegewijd zou leven, dat Allah dan de mensen om haar heen niet zou straffen?

Haar verdriet leidt ook tot drugsverslaving. Ze moet de pijn verdoven.

Ik was verslaafd geraakt aan allerlei stoffen. De enige reden waarom ik geen zelfmoord heb gepleegd, waren mijn kinderen.

Wonderbaarlijk bevrijd van drugsverslaving

Meesha heeft geen christelijke vrienden en heeft het evangelie nog nooit gehoord. Op een dag zet ze de tv aan en komt ze christelijke programma’s tegen. Terwijl ze hoort wat de presentator deelt, merkt ze dat ze het uitschreeuwt, “Als U de waarheid bent, neem dan deze last van me af.” Onmiddellijk stopt haar verslaving. Ze twijfelt aan zichzelf. Er gaan drie dagen voorbij en nog steeds geen verlangen naar drugs. Hoe kan dit?

Door Gods afzonderlijke achtervolgingen van haar moeder, haar oom en haar tante, geven ze alle drie hun leven aan Jezus. Meesha twijfelt nog. Ze is bang voor het nieuwe geloof in haar familieleden. Ze waarschuwt hen om niet over deze dingen te spreken. Maar niemand kan het wonder negeren dat al in Meesha’s leven heeft plaatsgevonden. Ze hebben allemaal vragen.

Verlossing in haar huis

Op een dag rond deze tijd bidt haar zoon voordat hij naar bed gaat: “God, wie bent U?”

God spreekt tot hem met een duidelijk antwoord: IK BEN JEZUS CHRISTUS.

Haar zoon deelt dit met haar en vraagt om een Bijbel. Aarzelend haalt ze er een voor hem, maar ze waarschuwt hem:

Je mag het lezen, maar je mag je niet bekeren tot het christendom.

De woorden van het leven grijpen het leven van haar zoon en hij geeft zijn hart aan de Heer. Terwijl dit allemaal om haar heen gebeurt, slaat de angst toe in Meesha’s hart.

Dromen, visioenen en genezingen

Op een dag ziet ze Jezus recht voor zich staan in haar kamer. Hij kijkt haar alleen maar aan. Hij houdt haar zus en de dochter van haar zus in elke hand. Ze begint wat christelijke bijeenkomsten bij te wonen met haar moeder, maar weigert ‘van religie te veranderen’.

Haar kleinere zoon lijdt aan zware astma. Haar moeder stelt voor dat ze hem naar de christenen brengen om voor hem te bidden. Ze doen dit en hij is wonderbaarlijk genezen (hij zou geopereerd worden, maar dat is nu niet meer nodig).

Meesha ziet al deze gebeurtenissen maar weigert nog steeds om zich over te geven.

Dan beginnen de dromen. Elke nacht droomt ze over Christus. Hij noemt haar bij naam en nodigt haar uit om zijn hand te pakken: “Geef me je handen en vertrouw op mij”. Ze vertelt over de dromen met diepe tevredenheid en vreugde,

Ik zou met Hem vliegen in mijn dromen en Hij zou me de hele wereld leren kennen. Hij bleef maar zeggen: ‘Vertrouw gewoon op mij’. Hij herhaalde dit keer op keer. Geef me je hand’.

Ik kon de wonderen zien in de levens om me heen. Hoe plotseling alles omdraaide. Maar ik kon mijn moslimgeloof niet loslaten.

Op een dag, terwijl ze haar moslimgebeden leest, probeert ze ‘Mohammad’ te zeggen en in plaats daarvan komt er ‘Jezus’ uit.

Wat ik ook probeerde, het woord ‘Mohammed’ kwam niet uit mijn mond. Ik kon het niet zeggen! Op dat moment wist ik dat mijn hart aan Jezus toebehoorde. Ik stond op en mijn oom was er en vertelde hem dat ik christen wilde worden.

Haar oom brengt haar in contact met een van Transform Iran’s raadgevers. De begeleider bidt met Meesha, leidt haar naar de Heer en begint haar op afstand te discipelen en voor te gaan. Na vier maanden treedt ze in dienst.

Met uw gift kunnen we doorgaan met het 1:1 ontmoeten van zoekers en bekeerlingen om hen te wortelen in het Woord van God, zodat de kerk in Iran sterk en gezond zal blijven groeien.